MUZIEK
Het duidt al net zo maf gedoedeld wie de rest
Hij zwijgt de rammer neer en rupt maar om de fles
Dozin kent tween burgerwassen en kent tween burgerwijk
Maar of een man wie weet al wie het geeft
INTROMUZIEK
In vaste lovent vieren, dozin winnen mag een
We hoeven niks te leren, dat kindertje
We zien door mij geboren, dat kostte ween als kind
Och ven, loeneer, och ven, loeneer, wat wist het toch voor win
Dozin kent
Kruiden burgerwassen en kent pillen burgerwijk
Er is geen boer gescholen met de leren
Maar onze bar die maakt geen massa, want er werd al lang gescheid
Wie weet vaste lovent
Vieren
Het duidt al net zo maf gedoedeld wie de rest
Hij zwijgt de rammer neer en rupt maar om de fles
Dozin kent tween burgerwassen en kent tween burgerwijk
Maar of een man wie weet al wie het geeft
INTROMUZIEK
vaste lovent vieren, dit wilt me u vooral
In vaste lovent vieren, dit wilt me u vooral
In aanval persen en zwadlieren van al de wie voorbouw
Och mensen et bestijd niet, het heet doch enne zin
Auw wil segeer, auw wil segeer Guid Christum de neon
Dozin kent
Kruiden burgerwassen en kent pillen burgerwijk
Er is geen boer gescholen met de leren
Maar onze bar die maakt geen massa, want er werd al lang gescheid
U uit dat lot erdoor ging Nas caing.


Pas de loven vieren.
Het duidt al net zoemaf gedoe tot wie de rest.
Hij zwijgt de rammel leert en rupt maar om de fles.
Do, zie, ken, ren, geur, gewassen en gepeelde, geur, gedreid.
Maar op een baan lieverd dan wie het geeft.