Waar nu nog heen gaan,
of s'morgens vroeg voorop staan,
de hond van Henk is de hoed.
Komt nooit weer buiten,
gordijnen voor de ruiten,
de hond van Henk is de hoed.
De honden laten elke dag de buren uit.
En zonder veel te vragen denkt men,
is ie wel thuis?
Het is zo stil rond zijn huis vandaag.
Opeens alleen staan,
waarom nog naar het strand gaan?
De hond van Henk is de hoed.
Tranen te over,
zijn huis nog groeit met lover,
de hond van Henk is de hoed.
En
zelfs de man die elke dag de krant bezorgt,
denkt af en toe zo bij zichzelf van, is ie wel
thuis?
Het is zo stil rond zijn huis vandaag.
En zoals iedere morgen wordt de krant bezorgd,
op blad zijn zeven staat geschreven,
Henk was wel thuis,
maar lag dood in zijn huis vandaag.
8