Dames en heren,
om de gezellige stemming erin te houden aan actuele schrijvers,
portemonnee,
het nettegeven van medegebrachte eetwaren is toegestaan,
hebben we nog wel een verzoek,
geliever de afgehapte haring niet ten tweede
malen door de uien te halen.
Loraal.
En het dat een betrouwde leester zijn,
dat willen we weten,
daarom lezen wij.
En daarom zijn we hier.
En het dat een betrouwde leester zijn,
dat willen we weten,
daarom vieren wij boekenbal.
O,
Vesdek is getrouwd,
op het eind van zijn carrière,
op het eind van zijn carrière.
O,
Vesdek is getrouwd,
zo zie je om te leren ben je nooit te oud.
En van je hella haasen,
houd er de moed maar in,
houd er de moed maar in,
houd er de moed
maar in.
Van je hella haasen,
houd er de moed maar in,
houd er de moed maar in.
Klacht van het kleinkind van Simon Carmichelt.
Ach opa, lief, toe drinken niet meer,
m'n klasgenootjes zien op m'n heer.
En als ik geen tijd voor m'n huiswerk had,
dat haalde men uit het avondblad.
Nou, wat nog bij Simon zitten finken, hoor.
Simon die moet zakjes plakken,
ja-ho,
omdat ze hem steeds voor hasjes pakken,
ja-ho.
Het premieboek koop je voor drie knaken,
krijg je zeigertje.
Het is niet om te lezen, het is een krijgertje.
Neeltje Maria Min,
kleine neeltje uit de polder,
kind van Roland Hoogst.
Als Bert Bakker jou blijft pushen,
wordt jouw beurs het volst.
Wie je lief hebt wil je eten, kleine cannibaal.
Als je mij een cheque stuurt,
word ik jouw avondmaal.
Het lied van de lezer.
Tante Min, mag ik je titels even zien?
Je titels even zien, je titels even zien.
Tante Min,
mag ik je titels even zien?
Je hebt ze op je rug.
Dat boek aan hier, Harry Knapp.
Zit hoepende poep weer op de stoep,
dan gaat Harry Knapp weer schrijven.
Zit hoepende poep weer aan de stoep,
dan schrijft Harry Knapp het weg.
Wat denkt u van het klootjesvolkslied
van Harry Mulusch?
Om Harry heeft een oude fortje opgedaan,
daar rijdt ie mee achter de regenten aan.
Maar s'avonds om tien uur is het uit met de
happening,
want dan gaat om Harry Schuyle op de green.
Hand in hand,
Max en Albert,
hand in hand,
is dat niet knallen,
niet
kuken,
maar tokken op het boekenbouw.
Hebben Gerard Corné als het aan dreven al gaat?
Moeder de ezel heb jongen gekregen,
oh la diee,
oh la diee oh.
U mag z'n tussentjes met elkaar proberen,
wat u misschien doet,
oh la diee.
Dat is leuk voor Gerard.
Moeder de ezel heb jongen gekregen,
oh la diee,
oh la diee oh.
Doop ze en geef ze de roms in zee, oh la diee,
oh la diee oh.
Poef, nee dat doen we niet.
Dat wordt te gek, hoe dat wel gelukt is.
Moeder waarom heeft u Godfried Bolland toch zo'n lolbroek altijd aan?
Jongelief, vraag dat maar aan je vader,
die was zelf ook kapelaan.
Och ja, ik vind het best een leuke man,
maar hij praat ons ziek en wordt er zelf beter van.
Wolkers, wolkers,
blijf van je vader af.
Ja, nee, je handjes groeien nog boven je graf.
Je schreef nu, ik meen je elfde,
maar die man blijft steeds dezelfde.
Na het koekenfeest is het mooi geweest,
en dan ga jij maar naar Hoogstreef.
Ik ga huizingen hebben, dat is zo.
En wat doen we met Leonard als die komt,
als die durft?
En wat doen we met Leonard als die komt,
als die durft?
Laat hem binnen,
die jankert als hij een godsnaam aan die kankert.
Dat doen we met Leonard als die komt.
En we allemaal,
Tante Mie.
Goh, Marcel!