Kijk eens daarheen.
Zie je dat?
Dat is een weiland.
Het is een van opa's allerlaatste weilanden.
Maar wij kunnen vandaag niet door het weiland lopen.
Want opa heeft het gisteren pas geverfd.
Kijk eens naar boven, dat is mooi.
Dat is de lucht.
Daar heeft opa dertigduizend jaar aan gewerkt.
Eerst heeft opa de gaatjes gevuld, toen geplumuurd, toen geschuurd en daarna de boel afgeglanst.
En toen heeft opa de wolkjes gemaakt.
En voor de wolkjes heeft opa schaamrood, lijkbleek en blauw van de kou gebruikt.
Mooi hè?
Opa is heel goed bevriend met de wolkjes.
Want als ze ergens boven blijven hangen, dan weet opa dat daar wat loos is.
En dan moet opa ogenblikkelijk op de solex, om de boel daar eens eventjes grondig schoon te vegen.
Zie je dat in de verte?
Dat zijn bomen.
Kijk, ze wuiven.
Wuiven is terug.
Bomen beschouwt opa meer als een aardigheidje.
Daarmee kietelt opa de lucht.
O jee, zie je dat?
Daar gaat haast, met een aktertas.
Haast maakt opa niet.
Daar heeft opa geen tijd voor.
Moet je nou eens kijken, die haast daar in die grote vrachtwagen.
Het is maar goed dat opa bomen heeft gemaakt.
Hè?
GELACH
Daar zit verlangen.
Als je verlangen in aanraking brengt met verlangen, dan krijgen ze rode wangen.
En toverbuiken.
En dan kan opa ze gebruiken, om kindertjes te maken.
Zo heeft opa jou ook gemaakt.
Indirect.
Dat heeft niks met ooie vaars of met kool te maken.
Het is veel leuker.
GELACH
GELACH
GELACH


Wie dat is daar?
Dat is niet zo leuk.
Dat is namelijk bezighouden.
Van bezighouden moet je weten hoeveel 2x2 is.
En dan moet je weten waar sapper en meer ligt.
Dan heb je niet zoveel aan.
Bezighouden weet alles van gisteren.
Bezighouden zorgt ervoor dat je alles hebt.
En dat je niet meer kunt fantaseren.
En dan kun je nooit meer van z'n levensdagen een framboos maken.
Dus laat je daar niet te we...
Zie je dat?
Wat zo groot is?
Dat is angst.
Angst weet namelijk niet waar sapper en meer ligt.
Weet namelijk niet hoeveel 2x2 is.
En hij is zo verschrikkelijk bang dat bezighouden hem in het openbaar zal uitlachen.
En daarom heeft angst een groot geweer gekocht.
En strepen op zijn mouw, sterren op zijn pet, gladgeschoren en een vouw in zijn broek.
Hij is nu hele pief.
Hm?
En daar...
ligt pech.
Pech heeft een keer, toen ze klein was voor een ijsje, haar buik laten zien.
En bezighouden lag te gluren in de bosjes.
Zou het aan grote klok hangen.
Als pech niet elke week één keer de buik van bezighouden wou likken.
Pech likt nog elke week de buik van bezighouden.
En ze vindt het niet eens mooi.
Dat is zonde.
Wat zeg je?
Wie daar staat?
Dat wat zo dun is en zo scherp en intelligent?
Dat is list.
Listen lopen nooit voorop.
Listen zitten in het grote regelen, ritselen met papier.
Er is zelfs een standbeeld van list.
Opa heeft één keer op het punt gestaan een list te gebruiken.
Om zich te verdedigen.
Maar hij kon ze nog net op tijd inhouden.
Want dan hadden ze ook nog een eind.


Dan had opa mooi te pakken gehad.
Dan had opa hele andere dingen moeten maken.
Hele andere dingen moeten scheppen.
Putjes.
GELACH
Wie dat is daar die daar aankomt in de verte?
O ja.
Dat is het liefste.
En als het liefste lekkere koffie maakt met gekookte melk en een speculatie.
Dan moet ik dan heel goed op het punt gaan.

Dan houdt opa hem.
Ik heb niks gezegd hoor!
Ik heb niets verkeerds gezegd.
Moet ik nou mee?
Ik heb nog niet eens verteld van de zee dat ik die ook gemaakt heb.
Ik heb nog niet verteld van de zee dat ik die ook gemaakt heb.
En ik heb nog niet verteld van de miljoen dat ik die ook gemaakt heb.
APPLAUS
APPLAUS